Matiging van een contractuele boete

Mag een boete wegens hennepteelt worden gematigd?

In huurovereenkomsten wordt vaak bepaald dat de huurder niet in strijd mag handelen met de Opiumwet, op straffe van een aanzienlijke boete. Kan de rechter een dergelijke boete matigen?

Het gerechtshof Den Bosch oordeelde onlangs over een geval waarin de politie een professionele hennepkwekerij aantrof in een woning. Op grond van de huurovereenkomst gold een contractuele boete van € 1.000,- per dag voor het hebben van een hennepkwekerij in de woning. De hennepkwekerij was 79 dagen in gebruik geweest en de contractuele boete voor de huurder bedroeg dus € 79.000,-. 

De huurder wilde van het boetebeding af omdat het volgens hem onredelijk bezwarend en oneerlijk was. Daar ging het hof echter niet in mee. De boete moest volgens het hof een afschrikwekkende werking kunnen hebben. Een boete van € 1.000,- per dag vond het hof daarom - mede gezien de opbrengsten van hennepteelt - niet te hoog. Maar het hof matigt de boete wel. 

De rechter mag een boete alleen matigen als de boete tot een buitensporig en onaanvaardbaar resultaat leidt. Daarvan was volgens het hof in dit geval sprake. De huurder had bijvoorbeeld alleen de sleutel van de woning afgegeven en had verder geen bemoeienis gehad met de hennepplantage. Ook zou de huurder schulden hebben gehad en zou hij (vrijwel) niets aan de hennepteelt hebben verdiend. Om de afschrikwekkende werking van het boetebeding te behouden, matigde het hof de boete tot € 40.000,-.

De hoogste Europese rechter heeft eerder uitgemaakt dat een boetebeding in consumentenovereenkomsten niet toegepast mag worden als de rechter heeft vastgesteld dat de boete oneerlijk is. Dat betekent dat de rechter de boete niet mag matigen maar dat de boete geheel van tafel moet.

Volgens het gerechtshof Den Bosch was het boetebeding in dit geval op zichzelf niet oneerlijk maar leidde de hoogte van € 79.000,- wel tot een onaanvaardbaar resultaat. Daarom kon het hof de boete in dit geval toch matigen.