Transitievergoeding en opvolgend werkgeverschap

Op welke wijze moet de transitievergoeding worden berekend als sprake is van opvolgend werkgeverschap?

 
Transitievergoeding

Stel, u beëindigt de arbeidsovereenkomst met uw werknemer en uw werknemer maakt aanspraak op een transitievergoeding. Uit de wet volgt dat onder meer de duur van de arbeidsovereenkomst bepalend is voor de hoogte van de transitievergoeding.

Uit de rechtspraak volgt dat een situatie van opvolgend werkgeverschap van invloed kan zijn op de duur van de arbeidsovereenkomst, omdat in dat geval de arbeidsovereenkomst(en) met de vorige werkgever en de duur daarvan meetellen, en daarmee tegelijkertijd van invloed zijn op de hoogte van de transitievergoeding.

Relevante om te weten is – in het kader van de transitievergoeding – welk criterium geldt voor de kwalificatie van opvolgend werkgeverschap. 

Opvolgend werkgeverschap

Sinds 1 juli 2015 geldt hiervoor een ruimer criterium dan vóór deze datum, namelijk (enkel) dat de werknemer voor opvolgend werkgevers wezenlijk dezelfde of soortgelijke werkzaamheden verricht. Is dit het geval, dan is er (al) sprake van opvolgend werkgeverschap.

Voorheen werd hiernaast gekeken naar het ‘zodanige banden’-criterium, dat inhoudt dat tussen de nieuwe werkgever en de vorige werkgever zodanige banden moesten bestaan dat het door de vorige werkgever op grond van zijn ervaringen met de werknemer verkregen inzicht in diens hoedanigheden en geschiktheid in redelijkheid ook moet worden toegerekend aan de nieuwe werkgever. 

Met invoering van de WWZ heeft de wetgever met dit laatste criterium gebroken; opvolgend werkgeverschap kan bestaan, ongeacht of het hiervoor genoemde inzicht bestaat.

In de praktijk

Nu doen zich in de praktijk situaties voor dat een ‘werkgeverswissel’ heeft plaatsgevonden vóór 1 juli 2015 en de arbeidsovereenkomst nu (dus ná deze datum) eindigt. De vraag is aan welk criterium in dat geval dient te worden getoetst?

Eind 2017 overwoog de Hoge Raad dat als de werkgeverswissel heeft plaatsgevonden vóór 1 juli 2015, in het kader van de transitievergoeding, (ook) voldaan moet zijn aan het ‘zodanige banden’-criterium, dus in dat geval het oude criterium dan nog steeds van toepassing is. 

Op dit moment ligt bij de Hoge Raad opnieuw een dergelijke situatie voor waarin de Hoge Raad dient te oordelen. Onze verwachting is dat, in lijn met eerdere rechtspraak en de overweging als hiervoor beschreven, de geldende leer wordt bekrachtigd. 

Mochten hierin toch wijzigingen optreden, dan zullen wij u hierover informeren. Voor meer informatie over de transitievergoeding en opvolgend werkgeverschap kunt u uiteraard contact met ons opnemen.